Voor de typeles moest ik een verhaal verzinnen over een kat, papegaai en een schat:
Er was eens een zwarte kat die in het bos leefde. Zijn naam was Karbonkel. Karbonkel zag er een beetje griezelig
uit met zijn scherpe vampieretanden en zijn ooglapje. Iedereen in het bos dacht dat hij gemeen was en iedereen zou kwaad doen . Maar eigenlijk was Karbonkel een hele lieve en rustige kat. Er was ook een papegaai die Bobo heette en in een boom leefde, maar het was geen gewone papegaai, het was een piratenpapegaai die al enkele weken aan het zoeken was naar een schat. Op een dag komt Bobo de papegaai Karbonkel de kat tegen,en zegt : "Hey kat, zoek je mee naar de schat?". En karbonkel zei :"Ja, dan kan die met de bewoners delen. Dan zien ze dat ik lief en rustig ben."
De volgende dag gingen Bobo en Karbonkel op zoek naar de schat. Na een paar uur stappen en vliegen zagen Bobo en Karbonkel een rood kruis in het zand liggen en Bobo zegt : "We hebben de schat gevonden!" . Bobo vraagt aan Karbonkel : "Wil jij met jouw klauwen de schat opgraven?". Karbonkel begon te graven. Na minuten zagen Bobo en Karbonkel de schat liggen. Karbonkel haalde de schat uit het zand en maakte de kist open met zijn klauwen. Hij deelde alles uit dat in de kist zat en sindsdien is iedereen lief en aardig tegen Karbonkel. Bobo en Karbonkel leefden nog lang en gelukkig. Einde.
- Geschreven door Lore 5B
Er was eens een zwarte kat die in het bos leefde. Zijn naam was Karbonkel. Karbonkel zag er een beetje griezelig
uit met zijn scherpe vampieretanden en zijn ooglapje. Iedereen in het bos dacht dat hij gemeen was en iedereen zou kwaad doen . Maar eigenlijk was Karbonkel een hele lieve en rustige kat. Er was ook een papegaai die Bobo heette en in een boom leefde, maar het was geen gewone papegaai, het was een piratenpapegaai die al enkele weken aan het zoeken was naar een schat. Op een dag komt Bobo de papegaai Karbonkel de kat tegen,en zegt : "Hey kat, zoek je mee naar de schat?". En karbonkel zei :"Ja, dan kan die met de bewoners delen. Dan zien ze dat ik lief en rustig ben."
De volgende dag gingen Bobo en Karbonkel op zoek naar de schat. Na een paar uur stappen en vliegen zagen Bobo en Karbonkel een rood kruis in het zand liggen en Bobo zegt : "We hebben de schat gevonden!" . Bobo vraagt aan Karbonkel : "Wil jij met jouw klauwen de schat opgraven?". Karbonkel begon te graven. Na minuten zagen Bobo en Karbonkel de schat liggen. Karbonkel haalde de schat uit het zand en maakte de kist open met zijn klauwen. Hij deelde alles uit dat in de kist zat en sindsdien is iedereen lief en aardig tegen Karbonkel. Bobo en Karbonkel leefden nog lang en gelukkig. Einde.
- Geschreven door Lore 5B
Geen opmerkingen:
Een reactie posten